Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide de HEERE tot Mozes: Zie, [5]Ik zal voor ulieden [6]brood uit den hemel regenen; en het volk zal uitgaan, en verzamelen elke [7]dagmaat op haar dag; opdat Ik het verzoeke, of het in Mijn wet ga, of niet. 5. Dat is, Ik zal he tspoedig laten regenen, dat is, in de gedaante van een regen uit den hemel laten vallen. 6. Dat is, manna, waarvan de Israelieten brood maakten. 7. Hebreeuws, woord, of ding; hier betekent het zoveel brood als een mens iederen dag tot zijn nooddruft behoeft.